Voor uit genade levende gelovigen is de bedekking (de wet) weggenomen. Dat Joodse mannen het hoofd dekken, drukt uit dat zij aan die vrijheid geen deel (willen) hebben en onder het juk blijven. Mannen die Christus kennen, behoren dat religieuze voorbeeld niet te volgen in de samenkomsten. Voor de vrouw ligt dat genuanceerder. In gehuwde staat, verkeert zij onder de “wet des mans.” In Paulus tijd was haar hoed een uiterlijk teken van die verhouding, ook buiten de samenkomst. Ook haar doorgaans langere haar duidt daar op. Zoals Christus het hoofd is van Zijn Gemeente, is de man dat van zijn vrouw. De uiterlijke aanduiding daarvan in kleding is en was cultuurgebonden. Waar het in onze dagen niet onbetamelijk is voor de vrouw geen hoed te dragen, hoeft zij dat ook niet in de Gemeente te doen. Het gaat er om dat zij haar eigen man dient, zoals iedere gelovige zijn Heer. En gemeenschap met Hem verdraagt geen bedekking.
“Wanneer het hart tot de Heere bekeerd zal zijn, wordt het deksel weggenomen.”
Bijbelstudie Ab Klein Haneveld – mp3 audio
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/