Het Evangelie der genade is van de Joden naar de heidenen gegaan. Die waarheid vormt de essentie van het bijbelboek Handelingen. Te beginnen bij de verstrooide tien stammen van Israël verzamelt de Heer onder het nieuwe verbond een geestelijk volk voor zijn naam. Daarin bestaat geen onderscheid tussen Jood en heiden. Die realiteit wordt onder meer geïllustreerd door de geschiedenis van de heidense hoofdman Cornelius en de Joodse apostel Petrus in Handelingen 10. Uit dat gedeelte blijkt ook zonneklaar dat in de inmiddels aangebroken bedeling der genade geen plaats meer is voor de wet. Petrus wordt in een visioen uitgenodigd te eten wat onder de wet onrein was. En Cornelius leert dat hij in vrijheid de uit de Joden voortgekomen Christus en Diens Evangelie van vrede mag aanvaarden. Het heil is definitief naar de heidenen gegaan.
“Zo heeft God ook heidenen bekering gegeven ten leven.”
Bijbelstudie Ab Klein Haneveld – mp3 audio
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/