De geboorte van de Heere Jezus uit de maagd Maria, zoals geprofeteerd in Jesaja 7, was een (voor)teken van die van de Gemeente, die met – en door – Christus het eerstgeboorterecht zou verkrijgen. Hij was het eerste kind van Maria, maar daarmee nog niet aangesteld als de Zoon en het Beeld van de onzienlijke God. Waar de Bijbel spreekt over de eniggeboren door God gegeven Zoon – opdat gelovigen eeuwig leven zouden hebben – gaat het niet om Zijn geboorte als mens, maar om Zijn positie als de Verhoogde. Wie tot de Gemeente behoren worden aan het beeld van Hem, de ‘Eersteling onder vele broederen’, gelijk. Zij zijn geroepen tot zoonschap, de volwassenheid, die voor een kind nog niet aan de orde is. En betrokken in zowel Zijn priester- als Zijn koningschap, als de eerstelingen van de oogst, die met Christus zullen erven.”
“Zij baarde haar eerstgeboren zoon.”
Bijbelstudie Ab Klein Haneveld – mp3 audio
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/