In het licht van het Nieuwe Testament ontdekken gelovigen wat in het Oude Testament wel latent aanwezig was, maar verborgen moest blijven. Om die verborgenheid in stand te houden, sprak de Heere Jezus ook in gelijkenissen. Het was de bedoeling dat de discipelen daar wèl, maar anderen niet iets van begrepen. Gelovigen zien wat ongelovigen niet kunnen zien. Gelovigen behoren ook tot een voor de wereld nog onzichtbaar – hemels – koninkrijk onder een ook nog steeds verborgen Koning. In Hem zijn ook zij verborgen bij God. Wie dat begrijpt, heeft er als gelovige ook geen behoefte aan om nu al – vooruitlopend op wat de Heer straks zal doen – een op het Zijne lijkend koninkrijk te bouwen. Onderwezen zijn in de verborgenheid – door bestudering van Gods Woord – is essentieel voor wie gelooft, anders zal hij onzeker blijven over zijn heil. Voor dat onderwijs stonden de Korinthiërs niet open. Daarom noemde Paulus hen vleselijk. Wat eeuwenlang verborgen moest blijven, is nu geopenbaard aan de heiligen.
“Wj spreken de wijsheid Gods in verborgenheid, die bedekt was.”
Bijbelstudie Ab Klein Haneveld – mp3 audio
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/