Zoals de Heere Jezus Christus lichamelijk opstond, zal dat ook met de gelovigen – bij de opname van de Gemeente – gebeuren. Zij krijgen, net als Hij, dan een verheerlijkt lichaam, omdat vlees en bloed de erfenis niet kunnen ontvangen die hen wacht. De ultieme verwachting van gelovigen is overigens niet de opname, maar hun komst in heerlijkheid mèt Hem, zeven jaar later. Nu al is hun – voor de wereld onzichtbare – wandel in de hemel en de dood overwonnen, ook al bleef hun lichaam nog sterfelijk en daardoor beperkt. Afleggen daarvan is geen verlies, maar vooruitgang. Paulus noemt dat ‘ontbonden en met Christus’ zijn. Losgemaakt van (de beperking van) het vlees raakt de gelovige niet los van Hém, met Wie hij één plant werd. De definitieve lichamelijke verandering van heel de Gemeente vindt plaats bij de opname, waarna zij voor de wereld onzichtbaar zal zijn. De aardse graven van haar leden zijn dan leeg, zoals eens dat van de Heer zelf. Met Hem zijn gelovigen gestorven, begraven en opgewekt. Nu al geestelijk, straks ook (verheerlijkt) lichamelijk.
Onze wandel is in de hemelen.”
Bijbelstudie Ab Klein Haneveld – mp3 audio
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/