De geboorte van de Heere Jezus, die men met Kerst pleegt te gedenken, was het begin van Zijn vernedering. In die zin dus allerminst een feest. Christus’ komst in heerlijkheid komt nog. Die ontving hij niet tijdens zijn aardse leven en driejarige prediking aan de Joden. Zij waren overigens bekend met Zijn Koninklijke afkomst als Zoon van David, maar (h)erkenden Hem niet als de beloofde Messias. Niet de Joodse theologen en aardse heerser Herodes werden over Zijn toekomstige status geïnformeerd, maar herders en (wijze) vreemdelingen. In de Joodse samenleving was geen plaats voor Hem en Hij sprak in gelijkenissen om te verbergen wat stond te gebeuren. Eerst zou Hij als vertegenwoordiger van de mensheid haar zonde op Zich nemen en haar van de door het vlees krachteloos geworden wet verlossen. Om na Zijn opstanding de – nu nog verborgen – Messias te zijn. Maar in de toekomst zullen alle volken zich aan Hem onderwerpen. De Heere Jezus kwam op aarde om te sterven, ging Zijn weg van vernedering in gehoorzaamheid – onderdeel van Gods heilsplan – en kreeg bij Zijn verhoging de Naam boven alle namen.
“Opdat Hij degenen die onder de wet waren, verlossen zou.”
Bijbelstudie Ab Klein Haneveld – mp3 audio
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/