De woorden van Paulus in de eerste brief aan Korinthiërs dat hij onder hen het kruis predikte (‘Jezus Christus en Dien gekruisigd’) worden vooral in evangelische kringen beschouwd als de essentie van het evangelie. Daarmee gaat men voorbij aan de context. Het Evangelie omvat meer dan het kruis, dat op zichzelf geen blijde boodschap vertegenwoordigt. Op de Pinksterdag predikte Petrus wél het volledige Evangelie. Zijn vreugde, later ook door Paulus beleden, was niet dat de Heere Jezus was gekruisigd, maar dat Hij opstond uit de dood. Met de Heere Jezus stierf heel de mensheid. Maar gelovigen zijn met Christus, die als Hogepriester voor hen bidt, opgestaan in nieuw leven. Door de kruisiging zijn weliswaar alle mensen gerechtvaardigd voor God, de zonde wordt hen niet meer toegerekend, maar daarmee zijn zij nog niet behouden. Daarvoor is geloof nodig. De Heer stierf voor allen, maar leeft voor de gelovigen. Die moeten leren dat de oude mens dood is en daarnaar leven. Dat impliceert niet eindeloos strijden tegen zonden, maar juist dat gevecht opgeven, niet langer sleutelen aan de oude mens en leven uit genade.
“Het oude is voorbij, ziet het is alles nieuw geworden.”
Bijbelstudie Ab Klein Haneveld – mp3 audio
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/