De mens, ook de gelovige, schijnt gebaat te zijn bij een rolmodel. Paulus stelt zich als zodanig voor aan alle gelovigen, in het bijzonder aan Timotheüs, een dienstknecht in het werk des Heeren. Hoe gelovigen uit genade leven, niet onder de wet, leert men door rolmodellen. In Hebreeën 11 staan er velen, als voorbeelden hoe gelovigen zouden wandelen. Zoals Paulus voordat hij tot geloof kwam, ondanks theologische studie, niet beter wist dan dat hij de gemeente van Christus moest vervolgen, blijven ook veel christenen onwetend en napraters buiten het Woord van God. Paulus was kennelijk mede wegens afkomst geschikt voor zijn bediening en verwijst ook naar de voorouders van Timotheüs. Iedere gelovige ontvangt zo’n gave, een verantwoordelijkheid. Maar er is verscheidenheid. Timotheüs werd geschikt geacht voor het opzienersambt. Iedere gelovige krijgt een bediening en moet daar trouw aan zijn, als dienstknecht van God.
“Ik dank God, Wien ik diene van mijn voorouders aan in een rein geweten.”
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/