WOLVEN IN SCHAAPSKLEDEREN
WACHT U VOOR DE VALSE PROFETEN!
” ….. Maar wacht u voor de valse profeten, die in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven. Aan hun vrucht zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen? Alzo iedere boom brengt voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade vruchten….
….Iedere boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult gij dan dezelve aan hun vruchten kennen” Matth. 7: 15-20 info
Dit zijn Woorden van de Here Jezus van wie de mensen zeiden: “Nooit heeft een mens alzo gesproken gelijk deze Mens”. Hij gebruikte altijd eenvoudige, hoewel duidelijke en kleurrijke illustraties. Hier sprak Hij over valse profeten. In zeer ernstige bewoordingen waarschuwde Hij Zijn discipelen, om op hun hoede te zijn voor deze valse predikers. Hij stelde hun huichelachtige methoden aan de kaak, wees hun de weg om hen te onderscheiden en openbaarde hun ware karakter. Hij zei, dat zij “in schaapsklederen” optreden, maar dat zij “van binnen grijpende wolven” zijn.
HET OUDE MODERNISME
Zo waren de profeten van het oude modernisme, dat aan het einde van de vorige eeuw en in de eerste helft van deze eeuw grote opgang maakte. Zij kwamen in de “schaapsklederen” van een christelijke belijdenis, maar zij ontkenden de bovennatuurlijke openbaring, waarop het christelijk geloof gegrondvest is. Zij kwamen met hun “sociaal evangelie” voortgesproten uit de zgn. evolutietheorie. Zij spiegelden ons mensen voor, dat door christelijke opvoeding, ontwikkeling en beschaving er langzamerhand een vreedzame heilstaat op aarde zou ontstaan, waarin de mens zijn eigen God zou worden. Zij beweerden eerlijke en nederige zoekers te zijn naar wetenschappelijke waarheid omtrent God, maar zij verwierpen hoogmoedig elk wetenschappelijk feit, dat overeenstemde met de openbaring van God. Evenals Judas Iskarioth kusten zij het aangezicht van de Here Jezus, maar tegelijkertijd verrieden en verkochten zij Hem. Zij noemden Hem “Meester”, maar spraken over Zijn maagdelijke geboorte als “oude wijven”praat” en over Zijn verzoening als “slachthuisgodsdienst”.
Deze modernisten slopen ongemerkt het christendom binnen en bezetten langzamerhand de hoogste en invloedrijkste plaatsen in de grote godsdienstige instituten; in kerken en kerkenraden. Grote massa’s voerden zij langs duistere wegen van afval en ongeloof naar de afgrond van moreel verval, jeugdcriminaliteit, echtscheiding, misdaad en oorlog. Dat was het uiteindelijk resultaat van het oude modernisme, de menselijke en eigenwillige godsdienst.
Maar het oude modernisme is vandaag dood. De voorgespiegelde heilstaat bleek een utopie te zijn. Twee grote en gruwelijke wereldoorlogen hebben aan alle illusies abrupt een einde gemaakt. Het modernisme heeft zich niet staande weten te houden. De “schaapsklederen” bleken versleten en de wolf werd ontmaskerd. Zo is de wijsheid der wereld tot dwaasheid geworden.
HET NIEUWE MODERNISME
De moderne theologie, in zijn oude vorm, heeft volkomen gefaald. Het is dood! Maar daarvoor is een “nieuwe theologie” in de plaats gekomen, die in wezen veel gevaarlijker, geraffineerder en boosaardiger is. Zelfs vooraanstaande leiders van het orthodoxe en evangelische christendom schijnen dat niet te beseffen.
Het is dezelfde oude wolf, die vandaag in nieuwe “schaapsklederen” verschijnt!
De vertegenwoordigers van het nieuwe modernisme, de “nieuwe theologie”, de “neo-orthodoxie” erkennen dat de Bijbel in zekere mate een bovennatuurlijke openbaring is, maar zij geloven niet in de volle, letterlijke inspiratie van de Schrift. Zij beweren, dat de Bijbel niet absoluut volmaakt en onfeilbaar kan zijn, omdat zij door menselijke auteurs geschreven is. Zij geloven slechts in een gedeeltelijke inspiratie.
Een wereldberoemd theoloog heeft eens verklaard: “De Bijbel bevat veel geschiedenis doorweven met eeuwen” oude mythen, volksverhalen, strijdliederen en overleveringen. Het nieuwe modernisme neemt ook de vrijheid, om de Schrift te verklaren naar vooropgestelde ideeën, in plaats van in haar eigen licht. Daardoor wordt de Heilige Schrift van haar gezag beroofd. Paulus schreef:
“Al de Schrift is van God ingegeven en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing” 2 Tim. 3 : 16.
Het nieuwe modernisme is eigenlijk een mengsel van waarheid en leugen, van rechtzinnigheid en onrechtzinnigheid. Het is volkomen onlogisch, omdat deze twee tegenstrijdige beginselen onmogelijk met elkaar te verenigen zijn. Men kan olie en water in één vat samenbrengen en net zo lang door elkaar schudden totdat zij op een binding lijken, maar de stof is niet homogeen; het is geen binding, maar een mengsel..
Het oude modernisme ging uit van de leugenachtige veronderstelling, dat de Bijbel gewoon een boek was en dat de Here Jezus een gewoon mens was, en vanuit dat standpunt ontwikkelde zij zich verder op volkomen logische wijze. Maar het nieuwe modernisme is een onlogische combinatie van naturalisme en supernaturalisme, van rede en openbaring.
Het nieuwe modernisme bagatelliseert de Persoon en het werk van Christus door minder de nadruk te leggen op Zijn maagdelijke geboorte en door de Bijbelse leer der verzoening te vervangen door een “ander evangelie”. Vele theologen verklaren dat zij persoonlijk nog wel geloven in de maagdelijke geboorte, maar dat zij dit niet noodzakelijk achten, om een christen te zijn. Zij beschouwen dit essentieel onderdeel van het christelijke geloof als een “menselijke traditie”, die door de kerk in de loop der eeuwen aan de evangeliën is toegevoegd.
Dit betekent, dat juist een tijd, waarin de mensen meer dan ooit behoefte hebben aan het brood des levens, zij van deze valse profeten “stenen voor brood” ontvangen. De klare wijn van het evangelie wordt door deze valse profeten vermengd met water, voortkomende uit de giftige fonteinen van een menselijke theologie. En het is schrikbarend om te zien, hoe godsdienstige leiders, die voor zichzelf nimmer het oude modernisme hebben losgelaten, zich van deze neo-orthodoxie bedienen, om zowel liberalen als conservatieven, modernen en orthodoxen, vrijzinnigen en rechtzinnige samen te brengen in één superkolossale wereldkerk.
De bouwers van dit kerkelijk “Babylon” zijn “wolven in schaapskleding” en helaas geven zij in de christelijke pers en andere communicatiemiddelen zoals radio en televisie, de toon aan. Zij tonen zich bereid, hun modernistische opvattingen te bedekken met de wol van een orthodoxe belijdenis, alleen maar om aan invloed, prestige en macht te winnen. Zij deinzen er niet voor terug, om zich in hun prediking van een Bijbelse terminologie te bedienen, waaraan zij overigens een heel andere betekenis hechten. Zij gebruiken vertrouwd-klinkende, Bijbelse woorden, maar bedoelen daar iets geheel anders mee dan de Bijbel zelf.
Onder de dekmantel van het evangelie en van de Heilige Schrift verkondigen zij hun eigen-menselijke filosofieën, en als gevolg daarvan worden grote massa’s op een verschrikkelijke wijze misleid en vergiftigd, zonder dat zij er erg in hebben. Dat is een gevaarlijke vorm van godsdienstige “camouflage”, die levensgevaarlijk blijkt te zijn.
DE KUNST VAN HET CAMOUFLEREN
Als men een militair vraagt, wat hij onder “camouflage” verstaat, dan zal hij ongeveer het volgende antwoord geven: Camoufleren betekent “verkleden“, “vermommen“, om iets of iemand aan het oog te onttrekken. Wil men bijvoorbeeld een kanon camoufleren, dan vermomt men het met takken en bladeren, terwijl de loop of de affuit geschilderd wordt in de kleuren van het omringende landschap. Op deze wijze maakt een vijand zich onzichtbaar en onopvallend! Het is een kunst apart, dat camoufleren!
Zo treffen wij vandaag ook op het gebied van de godsdienst de geraffineerde camouflage”kunst aan. Wij verstaan daaronder de verbreiding van een dwaalleer, die op eert of andere wijze onherkenbaar is gemaakt; het optreden van valse profeten als “wolven in schaapsklederen”. De huidige theologie is daar een meester in want zij bestaat het om haar valse leringen te verkondigen onder de dekmantel van de oude theologie. Daarom vinden haar verderfelijke ketterijen zo gemakkelijk ingang in de harten van goedgelovige, argeloze mensen en doet het dodelijk vergif van twijfel, loochening, en afval zijn vernietigend werk. De dwaalleer is onherkenbaar voor de ogen van niets vermoedende toehoorders en lezers, omdat zij zich verbergt achter een dekmantel van woorden, zinnen en uitdrukkingen, die een schijn van waarheid hebben.
Het wordt hoog tijd, om deze bedriegelijke en onredelijke methoden te bestrijden met de waarschuwingen van onze God, voor wiens ogen alle dingen open en naakt zijn, en met Zijn Woord, dat
“een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten” is. Heb. 3 : 12
In 2 Tim. 1 : 13 staat geschreven:
“Houd het voorbeeld der gezonde woorden, die gij van Mij gehoord hebt, in geloof en liefde, die in Christus Jezus is.” 2 Tim. 1 : 13
En in Titus 1 : 9 – 14 –
“Vasthoudend aan hel getrouwe woord, dat naar de leer is, opdat hij machtig zij beide te vermanen door de gezonde leer en om de tegensprekers te wederleggen. Want er zijn ook vele ongeregelden, ijdelheidsprekers, en verleiders van zinnen…. welke men moet de mond stoppen, die gehele huizen verkeren, lerende wat niet behoort om vuil gewins wil…. deze getuigenis is waar! Daarom, bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het geloven zich niet begeven tot fabelen en geboden der mensen, die hen van de waarheid afkeren.” Tit. 1 : 9-14.
Welk een zuivere motieven en eerlijke methoden verwacht toch de Heilige Geest van de “dienaren des Woords” ! Tegelijkertijd waarschuwt Hij hen voor de gevaren, die in het zuurdesem van de valse leringen besloten liggen. En wanneer deze ook op meesterlijke wijze gecamoufleerd zijn en aangepast aan de toehoorders, zo zijn zij nochtans lijnrecht in strijd met “het voorbeeld der gezonde woorden”, “de gezonde leer”; het zuivere, doorzichtige en klare Woord des geloofs.
Geestelijke camouflage betekent, de leugen te geloven zonder het te bekennen; de dwaalleer te verbreiden onder het mom van de waarheid. Het is één van de meest doeltreffende hulpmiddelen, waarvan Satan zich vandaag bedient, om zijn doel te bereiken: de openbaring van de anti-christ. Door verkapte antichristelijke leringen verblindt hij de harten en zinnen der mensen en baant hij een weg voor de persoon van de antichrist van wie zij straks een al te gewillige prooi worden.
Daartegen heeft de Here Jezus zeer ernstig gewaarschuwd in Mattheus 24 : 5-6 en Johannes 5 : 43.
In de laatste wereldoorlog hebben wij vele voorbeelden gezien van geraffineerde methoden, om de vijand door camouflage op een dwaalspoor te brengen en te overrompelen. We noemen er enkele. Hier hebben wij een tank, die door een overvloed aan schaduwen en kleuren onzichtbaar is gemaakt en volkomen aangepast aan de omgeving. Daar hebben wij een koe, grazend aan de bosrand – echt een vredesidylle. De imitatie is zo natuurgetrouw, dat niemand enige argwaan koestert – en toch loert slechts op enkele meters afstand een groep machinegeweren op de niets “vermoedende tegenstanders, die – zich veilig wanend – oprukken.
Het lukt zelfs om vliegeniers te misleiden door een imitatieweg. Met een ongelofelijke geraffineerdheid heeft men iets aangelegd, wat op een weg lijkt, maar die in werkelijkheid niet bestaat. Hoeveel voorgewende ” heilswapens” worden niet in onze dagen in de kerken getoond. Zij voeren de onwetende toehoorders niet naar de hemel, maar naar de hel; want zij zijn niet de heilsweg, door het verzoenend bloed van de Zoon Gods. Hoeveel bedrieglijke en valse leringen zijn onherkenbaar gemaakt door een onschuldige buitenkant, door camouflerende woorden, door een vroom vernis.
Hoeveel jonge mannen en vrouwen, ja zelfs kinderen ontvingen en ontvangen in deze tijd een godsdienstig onderwijs in scholen, zondagsscholen en catechisaties, dat in werkelijkheid niets anders is dan een valse leer in een gecamoufleerde taal. Het lijkt alles “onschuldig”, “christelijk”, “protestants”, “orthodox” en toch is het het venijnig gif van de oude slang, die dood en verderf aanricht.
Het is de leer van de “nieuwe theologie”, die twijfel en ongeloof zaait in jonge harten. Met welk een lichtvaardigheid en zorgeloosheid vertrouwen vaders en moeders hun kinderen aan zulke leraars toe, die verlamd en vergiftigd door hun eigen dwaalleringen, deze verder verbreiden als een besmettelijke ziekte.
BEDEKTELIJK INGEVOERDE KETTERIJEN
Dat is het, wat langzamerhand de kerken leeg maakt, en de laatste levensrest van het protestantisme snel te gronde richt. Reeds in de tijd van de apostelen werd de verborgenheid der ongerechtigheid gewrocht en sedert 1900 jaren is deze anti-christelijke geest werkzaam. De oogst rijpt Matth. 13 : 30; Op.4 : 18-19; alles bereidt zich voor op de bovennatuurlijke openbaring van degene, …
“..die zich tegenstelt en verheft boven al wat God genaamd of als God geëerd wordt, alzo dat hij in de tempel Gods zal zitten, zichzelf vertonende, dat Hij God is.” 2 Thess. 2 : 4.
Op het gebied van de 20e-eeuwse theologie zijn de uitdrukkingen, de zinnen, de boeiende en stichtelijke preken vaak niets anders dan verkapte vijanden van de allergevaarlijkste soort, die onder het mom van christelijke waarheid de onstandvastige zielen op het glibberig pad van dwaalleer en afval lokken. Hoeveel trouwe en vrome kerkgangers en gemeenteleden zouden ontzet zijn, als zij wisten, wat “hun dominee” allemaal niet gelooft, en waarover bij wijselijk zwijgt?
Laten wij luisteren naar de apostel Paulus, hoe hij deze camouflagemethode veroordeelt, en hoe hij de volledigste oprechtheid, de doorzichtigste trouw verlangt van allen, die het Woord bedienen.
“Maar wij hebben verworpen de bedekselen der schande, niet wandelende in arglistigheid, noch het Woord Gods vervalsende, maar door openbaring der waarheid onszelf aangenaam makende bij alle gewetens der mensen, in de tegenwoordigheid Gods”. 2 Kor. 4 : 2
Boven hoeveel theologische toespraken en geschriften moet de Heilige Geest het oordeel schrijven: “Gecamoufleerde vijanden”. Jezus Zelf zegt:
“Ziet toe, dat u niemand verleide; want velen zullen komen onder Mijn Naam…. en zullen velen verleiden” Matth. 24 : 4
Zo worden de dwaalleringen en leugens van de anti-christen zelfs onder de Naam van Christus verborgen. De apostel Paulus schrijft verder aan Timotheus:
“De Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten en leringen der duivelen, door geveinsdheid der leugensprekers, hebbende hun eigen geweten als met een brandijzer toegeschroeid” 1 Tim. 4 : 1-2
Onder de dekmantel van het zogenaamde “christelijk geweten”, hebben de predikanten, die in naam van de waarheid de leugen verspreiden, niets meer gemeen met het zuivere, oude protestantisme, en toch doen zij voorkomen, daarvan de beste vertegenwoordigers te zijn. Niet alleen is hun eigen geweten met een brandijzer toegeschroeid, maar doordat zij zich aan verleidende geesten overgeven, trekken zij diegenen achter zich aan, die regelmatig onder hun gehoor zijn. Petrus zegt;
“Gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook de Here, die hen gekocht heeft, verloochende” 2 Pet. 2 : 1
Hier zien wij een dubbele camouflage. De dwaalleer doet zich anders voor, dan zij is; en zij wordt heimelijk onder bedrieglijke, theologische uitdrukking verbreid door de mensen, die zich voor “dienstknechten van God” uitgeven, maar die in wezen niets anders zijn dan “wolven in schaapsklederen”. Zij wenden voor, zich op de Heiland te beroepen, terwijl ze het aan het kruis vergoten en verzoenend bloed als enig redmiddel en als enige grond van zaligheid afwijzen. Johannes zegt:
“Geliefden, gelooft niet een iegelijke geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld” 1 Joh. 4 : 1
En in de Romeinenbrief vermaant de apostel Paulus:
“Ik bid u, broeders, neemt acht op degenen, die tweedracht en ergenis aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt, en wijkt af van hen ” door schoonspreken en prijzen verleiden zij de harten der eenvoudigen” Rom. 16 : 17-19
Door middel van schone en welgekozen woorden, die strelend zijn voor het menselijk hart, kan een prediker zijn toehoorders gemakkelijk op een dwaalweg voeren. Door ogenschijnlijke schriftuurlijke en rechtgelovige woorden te gebruiken, kan hij alle verdenking van een valse leer wegnemen en zijn toehoorders meeslepen, misleiden en verblinden, zonder dat zij er erg in hebben. Integendeel: in de ban van zijn welsprekendheid roepen zij uit: “Wat een mooie preek”! – “Wat was het geweldig” – “Wat een verheven toespraak”! En toch ontvingen zij slechts “stenen voor brood”. De waarheid werd misbruikt om de leugen te camoufleren.
God waarschuwt op plechtige wijze Zijn volk voor de camouflagemethoden van de valse profeten, de “wolven in schaapsklederen”, die hun “verderfelijke ketterijen bedektelijk (gecamoufleerd!) zullen invoeren”. De duivel spant zijn strikken. Hij bedient zich van al zijn verstandelijke en intellectuele verleidingskunsten, en behaalt daarmee grote successen op het slagveld van de strijd des geloofs.
ENKELE VOORBEELDEN VAN CAMOUFLAGE IN DE THEOLOGISCHE WERELD.
Het is een bedroevenswaardig feit, dat vele Bijbelse, theologische uitdrukkingen en begrippen vandaag aan de dag gedevalueerd zijn en in de oren van mensen hun oorspronkelijke betekenis verloren hebben. Zonder enig risico kan men vandaag een ding wit noemen, dat in werkelijkheid zwart is. Wij willen hier op enkele veel gebruikte en overbekende woorden en uitdrukkingen wijzen, die in het hedendaagse spraakgebruik niet alleen hun oorspronkelijke betekenis hebben verloren, maar die ook ernstige dwaalleringen verbergen, zodat we niet voorzichtig genoeg kunnen zijn wanneer we ze tegenkomen. Het zijn frapperende voorbeelden van camouflage in de hedendaagse theologische wereld.
HET WOORD “PROTESTANTS”
Een moderne, theologische, nauwelijks nog religieus te noemen filosofie heeft zich in onze dagen onder de titel van “protestantisme” meester gemaakt van onze kerken en hun nevengebieden, hoewel zij met het ware historische protestantisme niets meer te maken heeft. Het protestantisme dankt zijn naam en wezen aan de grote waarheden, die onze vaders met de prijs van hun leven opnieuw op de kandelaar geplaatst hebben. Zij “protesteerden”, ongeacht de gevolgen, tegen de grote dwalingen en de afvalligheid van het Rooms-katholicisme in de middeleeuwen. Wie zich “protestant” noemde, tekende daarmee als het ware zijn doodvonnis. Maar vandaag wordt het woord “protestants” als camouflagemiddel gebruikt! Het zegt op zichzelf niets meer.
Bent u er zeker van, dat de kerk, waartoe u behoort, in waarheid nog een “protestantse” kerk is, in de historische en werkelijke betekenis van het woord? Heeft uw predikant recht op deze titel, vanuit Bijbels en historisch standpunt bezien? Protesteert hij tegen valse leer, ongeloof, bijgeloof en afval? Of zoekt hij het compromis met godsdienstige systemen, die in wezen het kruis van Christus vijandig gezind zijn? Hoeveel protestanten en protestantse predikers protesteren wel, maar uitsluitend tegen hen, die het “ouderwetse evangelie” en de zuivere waarheid van het oud “Bijbelse christendom verkondigen; “het geloof, dat éénmaal aan den heiligen is overgeleverd” (Jud. 3).
Wij weten, dat de door ons gepredikte boodschap van “Jezus Christus en die gekruisigd” door de huidige theologie verworpen wordt. Zij heeft niets gemeen met het huidige, afvallige protestantisme. Dit laatste is ontsprongen aan het menselijk verstand; het is de vrucht van “een valselijk genaamde wetenschap” 1 Tim. 6 : 20.
Het ware protestantisme komt voort uit het geloof en uit de Goddelijke openbaring. Het zijn twee totaal verschillende “godsdiensten”. Het éne komt voort uit de mens Matth. 15 : 6; Kol. 2:4-8; het andere uit God Matth. 5 : 17; 1 Kor. 3 : 1, 2; 2 Tim. 3 16; Jud. 3; 1 Joh. 2 : 24.
HET WOORD “EVANGELISCH”
Zelfs dit woord is vandaag bedrieglijk en wordt als camouflage gebruikt; als een vlag, die de vergiftigde lading moet dekken.
Vroeger had dit woord een betekenis die tegenstand opwekte en die vervolging bracht over degenen, die deze naam droegen. En vandaag? …., laten wij toch op onze hoede zijn. Er zijn in onze tijd predikanten, kerken, instituten, die graag schermen met het woord “evangelisch”, maar die “van Mozes zijn afgevallen”. (Denk maar aan de ontkenning van het scheppingsverhaal in Genesis 1 en 2, die de Bijbelse waarheid de rug hebben toegekeerd, die zich “tot fabelen” 2 Tim. 4 : 4 en “tot overleveringen der mensen” hebben gewend en zelfs “de Here, die hen gekocht heeft, verloochend hebben” 2 Petr. 2 : 1.
Vroeger had dat woord zijn eigen absolute betekenis; vandaag kan het “gelukkig niet altijd!” de reinste camouflage zijn en een menigte van ernstige gevaren in zich bergen….In de oren van mensen betekent het woord “evangelisch” gewoonlijk heel iets anders dan ongeveer 50 jaren geleden. Het heeft in de praktijk zijn waarde verloren en men kan het niet zonder meer vertrouwen. Er zijn vandaag z.g.n. evangelische christenen, die toch de wonderbare ontvangenis, de offerdood en de lichamelijk opstanding van de Here Jezus Christus en het absolute gezag van de Bijbel loochenen. Ook hier past dus voorzichtigheid!
HET WOORD “THEOLOGIE”
Wat ligt er niet allemaal achter dit woord verborgen! En toch betekent het slechts heel eenvoudig “het weten van God”. De Goddelijke wijsheid en openbaring zijn echter voor de wijzen en verstandigen van deze wereld verborgen en slechts aan de kinderen geopenbaard. De ware theologie is de kennis van God, Die Zichzelf geopenbaard heeft in Zijn Zoon Christus. In Christus “zijn al de schatten der wijsheid en kennis verborgen”. Hij is geworden “Wijsheid van God” (1 Kor. 1 : 10). “In Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk”.
Wie de Zoon kent, kent de Vader. Wie de Zoon niet kent, kent ook de Vader niet! Dat is de Bijbelse theologie! Maar vandaag de dag wordt in de theologische scholen van alles geleerd, behalve dit.
Een groot aantal theologen hebben in geestelijk opzicht absoluut niet het recht, om deze titel te dragen, omdat zij God niet kennen. Het “weten van God”, de Goddelijke theologie is een “oordeIer” der gedachten en der overleggingen des harten Heb. 4 : 12. Zij brengt de mens tot ootmoed; zij doet hem in het stof buigen; zij maakt de onverstandigen wijs. Ps. 19 : 18; Zij is voor de mens een lamp voor zijn voet en een licht op zijn pad Ps. 119 : 105; zij onderzoekt de diepten Gods 1 Kor. 2 : 10 en openbaart ons van het begin tot het einde de God van de Bijbel. De ware theologie verheerlijkt de verheven Persoon van het vleesgeworden Woord; zij redt en heiligt het hart van de mens en zij bereidt hem voor op de heerlijkheid. Zij is de “hamer”, die rotsen doet splijten en het geweten van de enkeling en de massa’s wakker schudt. Zij is het, die voedt, bekleedt, verwondt, geneest, met één slag vernietigt en dan weer opheft. En deze Wijsheid Gods, deze oude theologie van Boven, is voor de wijzen dezer wereld een dwaasheid! 1 Kor. 1 : 18-31.
Maar de menselijke theologie van onze dagen is dwaasheid bij God. Waarom laten zich toch zoveel christenen er door betoveren, beïnvloeden, beheersen en vergiftigen? Zij is een product van het menselijk verstand. Een waar christen kan zich niet toevertrouwen aan een theologie, die voortkomt uit de geest van on-wedergeboren mensen, ook al zijn zij universitair ontwikkeld. De menselijke theologie bereidt de christenheid en de wereld voor op de verschijning van de antichrist. Joh. 5 : 43.
Er is een Goddelijke theologie! Zij is onuitputtelijk; haar enige bron is de Bijbel; haar enige leraar is de Heilige Geest; haar enige boodschap is het kruis der verzoening en het werk, dat daar zijn oorsprong had. Gezegend de man en de vrouw, die deze theologie studeren, al zijn zij rijk of arm, geleerd of ongeletterd.
Er is helaas ook een menselijke theologie! 1 Kor. 3 : 18-19; Kol. 4 : 2, 8; 1 Tim. 6 : 20. Haar enige oorsprong is het verstand; haar leringen zijn menselijke overleveringen; speculaties; theorieën; filosofieën; “wetenschappen”, die voortdurend veranderen. Hier hebben wij de bron van de valse leringen van het huidige protestantisme; hier hebben wij de oorzaak van zijn zwakheid en onvruchtbaarheid; hier hebben wij het onderwijs, dat op onze theologische scholen gegeven wordt; hier hebben wij de “geestelijke spijze”, die in onze kerken geboden wordt.
De theologische universiteiten zijn vaste brandpunten van ongeloof, broeinesten van twijfel en kweekplaatsen van krachteloze predikanten geworden. Zij verlammen het kinderlijk, maar Bijbels geloof der jonge studenten, en veroordelen hen daardoor bij voorbaat reeds tot een dienst van onvruchtbaarheid. Zij drijven hen voor een groot deel in de vorm van ongeloof, twijfel, katholicisme, of van de “God – is – dood”-theorie.
Dat is helaas de theologie van het grootste deel van het hedendaagse protestantisme; zij is door en door menselijk en van geestelijk standpunt bezien ijdel en onvruchtbaar. Door deze theologie wordt Christus uit de kerken verdreven en ruim baan gemaakt voor de antichrist, die zich onder de naam van Christus zal aandienen. En om predikant te kunnen worden, moet men deze “theologische” scholen bezoeken en deze “theologische” studies volgen! Men staat echter versteld, als men bedenkt, hoeveel christenen voor dit feit volkomen blind zijn.
“Ik ben gekomen in de Naam Mijns Vaders en gij neemt Mij niet aan; zo een ander komt in zijn eigen naam, die zult gij aannemen” Joh. 5 : 43
“Daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden en daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven” 2 Thess.2 : 10, 11
“Ik ben tot een oordeel in deze wereld gekomen, opdat degenen, die niet zien, zien mogen en die zien, blind worden” Joh. 9: 39
Deze drie schriftwoorden vatten een van de vreselijkste waarheden van de Schrift samen: het Goddelijk oordeel der verblinding van hen, die de Goddelijke Persoon van de Zoon en Zijn Goddelijk Woord in twijfel trekken of afwijzen.
ENIGE VOORBEELDEN VAN MODERNE LEERBEGRIPPEN
Na enkele voorbeelden gegeven te hebben van theologische camouflagemethoden in onze dagen, willen wij thans aandacht vragen voor een aantal valse leringen, die in onze tijd op schrikbarende wijze opgang maken. Er zijn drie grondwaarheden van het christelijk geloof. Samengevat in de volgende apostolische woorden:
“Alle geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God” 1 Joh. 4 : 2; 2 Joh. 1 – 11
Deze geloofsbeginselen zijn:
Zijn wonderbare ontvangenis door de Heilige Geest in de schoot der maagd. Jes. 7 : 14; Matt. 1 : 20; Luk. 1 : 35; 1 Tim. 3 : 16.
Zijn dood en Zijn verzoenend bloed, vergoten aan het kruis van Golgotha, waar hij de schuld en de zonde der zondaar droeg en de gerechtigheid Gods genoegdoening gaf. Matth. 26 : 28; Dan. 3: 23, 24 en 5: 9; 2 Kor. 5: 21; Heb. 9: 10; 1 Pet. 2: 24; Op. 1 : 4.
Zijn lichamelijke opstanding uit de doden en Zijn hemelvaart tot de Rechterhand des Vaders, waar Hij zit als onze Hogepriester en vanwaar Hij persoonlijk zal wederkomen, om Zijn Gemeente tot zich te nemen 1 Thess. 4 : 14-18 en van waar Hij vervolgens op de aarde zal komen in heerlijkheid, om Zijn Koninkrijk op te richten en om de levenden en de doden te oordelen.
Dat is het werk van de Zoon van God. Hij alleen kan het volbrengen. Zonder dat werk was er voor de mens geen redding mogelijk, doch bleef er alleen maar een eeuwig verloren-zijn voor hem over. Maar zelfs hier worden het werk en de Persoon en de eigenschappen van de Zoon Gods, zoals ons die in het Nieuwe Testament geopenbaard worden, op allerlei wijze als camouflagemateriaal gebruikt.
Het is helaas noodzakelijk, om op deze dingen te wijzen en deze verborgen werken der duisternis in het licht te stellen. Want het gaat hier om onze gezegende en geliefde Heiland en Here en om Zijn onfeilbaar Woord. De enige, passende houding van de christen tegenover het Woord is die van geloof, van gehoorzaamheid en van aanbidding. Onze harten worden echter met diepe en heilige verontwaardiging vervuld, als wij telkens weer geconfronteerd worden met deze lasterlijke methoden van camouflage, waarvan wij hier enkele willen noemen.
1. JEZUS CHRISTUS IS DE ZOON VAN GOD
Op het eerste gezicht hebben wij hier te doen met een volkomen Bijbelse waarheid, die openlijk van de kansels, of bedektelijk in persoonlijke gesprekken verbreid wordt. Wij willen echter de daarin verborgen ergerlijke camouflage door een vraag openbaar maken. “In hoeverre is Jezus de Zoon van God”? Luister naar het antwoord van een bekend theoloog: “Ik geloof zeer zeker, dat Hij Gods Zoon is; maar Hij is het geworden door Zijn gehoorzaamheid, Zijn heilig leven, Zijn volkomen overgave. Hij is Gods Zoon, zoals wij dat allen zijn, maar Hij is dat weliswaar in een nog veel hogere mate”.
Maar aan de wonderbare ontvangenis door de Heilige Geest in de schoot der maagd gelooft men niet, men wacht zich echter er gewoonlijk wel voor, om dit openlijk uit te spreken en te bekennen. Men zegt: “onze mensen zijn het niet gewend, om zich in zulke belangrijke kwesties te verdiepen. Jozef was Zijn vader en God zegende de daad der ontvangenis. De wetenschap kan dit oude en versleten dogma niet aannemen”. Dus met andere en eenvoudiger woorden “Jezus was een buitenechtelijk kind; een menslievende verwekking, “door God gezegend”. “Het hoogtepunt der beschaving” – “Hij kan Zich vergissen” – “Hij was niet alwetend” – “Hij twijfelde” – “Hij kan zondigen”. Maar niettegenstaande al deze zwakheden “geloof ik, dat Hij Gods Zoon was; want Hij begreep God”. Ziedaar enkele citaten uit allerhande theologische literatuur van recente datum.
Lezer, wees op uw hoede, want hier loert doodsgevaar…!
“Want er zijn vele verleiders in de wereld gekomen, die niet belijden, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is: deze is de verleider en de antichrist…. ontvangt hem niet in huis en zegt tot hem met: Wees gegroet. Want wie hem groet, die heeft gemeenschap aan zijn boze werken” 2 Joh. 7, 10, 11
Deze ernstige, Goddelijke waarschuwing geldt vandaag ons allen!
Want het betreft hier ons anker. Hier wordt de enige grond van onze zaligheid aangetast. Hier gaat het om ons leven en om onze hoop:
“Ziet, een maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en gij zult Zijn Naam heten Immanuël, hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons” – – “Hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit de Heilige Geest” – Matth. 1 : 23, 30.
“Ja, buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot!…. is geopenbaard in het vlees…” – 1 Tim. 3 : 16.
Als de mensen het maar eerlijk en openlijk wilden toegeven, dat zij niet meer in Jezus’ wonderbare ontvangenis door de Heilige Geest in de schoot van de maagd geloven; dat zij niet meer geloven, dat Hij was en is God, te prijzen tot in eeuwigheid, zonder zonde, zonder begin, zonder einde, zoals de Schrift Hem ons openbaart. Maar hun lasteringen zijn des te erger en gevaarlijker, naarmate zij bedekt worden door huichelarij, schoonklinkende en geruststellende woorden: “Ik geloof in Jezus, de Zoon van God, de Heiland der mensen”.
Predikanten, die in hun hart deze fundamentele waarheden van ons historisch en Goddelijk geloof verwerpen, moeten er niet om heen praten en hun toch al zo verschrikkelijke verantwoordelijkheid niet vergroten door huichelarij van hun camouflagemethoden. Laten zij het ronduit bekennen, op een wijze die niet voor misverstand vatbaar is, zonder alle mogelijke uitvluchten!
Elke dubbelzinnigheid zou dan ophouden. Het publiek zou dan tenminste weten, waar zij aan toe is. Alles zou doorzichtig, klaar en waarheidsgetrouw zijn, en deze brochure zou geen aanleiding hebben om te verschijnen.
2. HET KRUIS VAN CHRISTUS
Wij mogen niet vergeten, dat onze fundamentele waarheden tegelijkertijd heilsfeiten zijn. Niemand kan die feiten loochenen of wegredeneren. Daarom moet men er wel enigermate in geloven. Het grote zwaartepunt ligt echter in de vraag:
Welke betekenis kent men aan het kruis van Christus toe!
Men kan over het kruis van Christus prediken in schone, bewegelijke woorden, zodat de toehoorders tot tranens toe geroerd en meegesleept worden, terwijl de prediker, die door iedereen voor “goed-orthodox” of zelfs “evangelisch” versleten wordt, niets anders is dan een “wolf in schaapskleding”. Wat kunnen schoon-klinkende uitdrukkingen in werkelijkheid niet allemaal betekenen?
Hier zijn enkele citaten:
- “Voor mij betekent het kruis alles”
- “Christus stierf als martelaar voor Zijn zaak”
- “Zijn dood is de bekroning van Zijn gehoorzaamheid”
- “Hij is het offer der mensen”
- “Hij is het voorbeeld en het ideaal voor de mens”
- “Christus is de belichaming van moed, zelfverloochening en overgave”.
Zelfs achter de woorden “Het kruis verzoent ons met God” kan zich nog een goddeloze dwaalleer, een verkapte leugen verbergen. Men kan een Bijbelse uitdrukking gebruiken, en er niettemin iets geheel anders mee bedoelen. Wij moeten weten, hoe wij door het kruis gered worden.
Ziet toe, dat niemand u als een ijdele roof vervoere door de filosofie en ijdele verleiding” Kol. 2 : 8
Anders houdt de ergernis van het kruis op. Dan betekent het niets anders meer dan het tragisch einde van een held, een vooraanstaand mens. De zoon van Jozef sterft de dood van alle Adamskinderen, en dat is alles! Zelfs op Golgotha steekt de venijnige slang van tussen de rotsspleten zijn kop op en sist…. en tracht door inblazing van een valse theologie het kruis, dat hem de kop vermorzelde, van zijn kracht te beroven. Duizenden mensen werden door zijn “listige~leidingen” op een dwaalspoor gebracht.
Wij moeten er ons dus wel terdege van vergewissen zodra over het kruis gesproken wordt, of wel werkelijk het kruis bedoeld wordt, waaraan Christus voor ons een vloek geworden is; waaraan Hij hing, verhoogd aan een hout, om door Zijn bloed verzoening te doen voor onze zonden, gelijk de Schrift zegt. Gal. 3 : 13.
Wij moeten er absoluut zeker van zijn, dat men spreekt van het kruis, dat voor de wijzen der wereld een dwaasheid is en voor de godsdienstige wereld een ergernis, maar voor hen, die geloven, een kracht Gods tot zaligheid. 1 Kor. 1 : 18-24
3. HET BLOED VAN CHRISTUS
Hier staan wij andermaal voor een historisch feit, en de duivelen weten het en zij sidderen! “Maar wij hebben genoeg van deze bloedtheologie”, zegt de moderne mens, “wij willen deze bloedige leer niet”. Altijd weer de oude roep: – “Wij willen niet, dat deze over ons koning zij” –
Aangezien men het historische feit niet loochenen kan, verwerpt men zijn betekenis. Een theoloog van naam verklaarde onlangs ronduit: – “Zijn offer is mij genoeg; ik heb het bloed niet nodig en de rest kan men van mij cadeau krijgen; het is toch alleen maar een strijd om woorden”. – Dus men aanvaardt wel het historische feit van het bloedig sterven van Christus, maar men loochent de verzoenende reinigende kracht van Zijn bloed 1 Joh. 1 : 7. Men gebruikt Bijbelse termen, om daarmee hun valse leringen en lasteringen te camoufleren.
Wat moeten wij doen? Vandaag wordt in de kerken over het algemeen zeer zelden over het bloed van Christus gesproken. En zelfs als het gebeurt, dan moeten wij nog zeer voorzichtig zijn, omdat wij niet weten, wat men er mee bedoelt. Wij willen op onze vraag terugkomen en trachten, deze verkapte “valse profeten” te ontmaskeren!
Welke betekenis heeft het bloed van Christus? De afvalligen verklaren dikwijls met nadruk: “Wij geloven in het bloed van Christus”. Maar zij geloven er in, zoals men in een stoffelijk ding gelooft. De spijkers, de doornen, de speer hebben Zijn bloed doen stromen. Het is een volkomen tastbaar feit. “Maar”, zo zeggen zij, “wij kunnen het niet meer de Goddelijke waarde toekennen, die men in vroeger eeuwen er aan gehecht heeft. De moderne opvatting, de theologische protestantse wetenschap, ziet daarin iets zuiver geestelijks”.
Men durft zo ver te gaan, dat men zelfs van een “geestelijke verzoening” spreekt. O, de dwaasheid van de wijzen dezer wereld!; O, de blindheid van hen, die zich voor ziende houden!; o, de onwetendheid van degenen, die zich geleerd achten! Waar zullen zij nog terechtkomen, door deze diepten van lastering en schuld. En wat zullen wij zeggen van hen, die werkelijk zonder enige dubbelzinnigheid geloven in de verzoenende kracht van het bloed van Christus, en toch in gemeenschap blijven met de afvalligen, die de grote feiten van ons allerheiligste geloof loochenen, soms op brute wijze, maar meestal gecamoufleerd. (Het laatste is erger dan het eerste!) Wanneer zullen zij “Hem” gehoorzamen, die duidelijk en klaar gebiedt:
“Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen. Gaat uit het midden van hen en scheidt u af zegt de Here, en raakt niet aan hetgeen onrein is” 2 Kor. 6: 12-14; 1 Tim. 6: 3-11.
Is het niet misleidend en goddeloos als een predikant, die de Bijbelse waarde van het bloed van Christus loochent, het heilig avondmaal bedient?
“Zo dan, wie onwaardig dit brood eet of de drinkbeker des Heren drinkt, die zal schuldig zijn aan het lichaam en bloed des Heren” 1 Kor. 11 : 27
Hoeveel voorgangers drinken zichzelf een oordeel en zijn tevens oorzaak, dat hun gemeenteleden hetzelfde doen?
Van deze blinde leidslieden staat geschreven:
“Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die de Zoon Gods vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en de Geest der genade smaadheid heeft aangedaan”. Heb. 10 : 29-31
4. DE OPSTANDING VAN CHRISTUS
Dit is het derde fundamentele feit van het christelijke geloof. Hier mogen wij ons eveneens niet laten misleiden door de bewering: “Ik geloof in de opstanding van Christus”. Want de grote vraag is, wat men onder de opstanding van Christus verstaat! Gewoonlijk iets heel anders, dan men denkt.
De moderne theologie gelooft niet, dat onze Here Jezus Christus lichamelijk uit de doden is opgestaan; neen, slechts geestelijk zou de “ziel van Christus” zijn opgestaan. Daarmee stelt zij zich welbewust onder het Goddelijk oordeel; want
“indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs; zo zijt gij nog in uw zonden” . 1 Kor. 15 : 17
Heel vaak echter camoufleert men deze zienswijze, die de gehele betekenis van de opstanding omver werpt, door toch een zgn. “opstanding” te blijven prediken. Er zijn zelfs theologen, die beweren, dat het lijk van Christus zich in gas heeft opgelost”. Dat is hun verklaring van het ledige graf op de Paasmorgen.
De moderne theologie neemt aan, dat het lichaam van onze gezegende Here het bederf gezien heeft, en dat slechts Zijn geest is opgestaan en voortleeft in Zijn volgelingen.
Een wereldberoemde en invloedrijke theoloog heeft het als volgt gezegd:
“Zijn geest, de geest van het evangelie, de geest van Christus, is gelijk aan zuurdesem, dat in de wereld werkzaam is. Het zal door bemiddeling van onze kerken het gehele deeg doorzuren. Door deze ontwikkeling en doorwerking zal geleidelijk het Koninkrijk Gods op aarde komen en gaat de wereld zijn gouden eeuw tegemoet”.
Het klinkt allesbehalve geloofwaardig, maar toch is dit de opvatting van vele predikanten in onze tijd en is hun prediking daarop gericht.
Lezer, bent u er wel zeker van, dat de opstanding, die in uw kerk van de kansel gepredikt wordt, zijn oorsprong heeft in de Bijbel en niet in het brein van de theologen? Predikt men u een “geestelijke Christus”, òf de Here der heerlijkheid, onze God en Zaligmaker, Jezus Christus, de levende Heiland, die lichamelijk uit de doden is verrezen en “in wie al de volheid der Godheid lichamelijk woont”? Kol. 2 : 9
“Want een geest heeft geen vlees en beenderen, gelijk gij ziet, dat Ik heb” Luk. 24 : 39
Wacht u voor een gecamoufleerd en gedevalueerd Pasen! Van uw antwoordt hangt uw zaligheid af! Overtuig u van de grondslagen van uw geloof en onderzoek alle punten, die wij hier hebben aangevoerd. Er staat geschreven:
“Indien gij met uw mondzult belijden de Here Jezus en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden” Rom. 10 : 9
Het gehele Joodse Sanhedrin barstte bijna van woede, toen Petrus en Johannes zonder camouflage de opstanding en de Naam van Jezus verkondigden. Hand. 4. De duivel weet heel goed, dat hij niets kan uitrichten tegen de macht en de autoriteit van Christus, geopenbaard in het vlees – vandaag tracht hij zich van deze onoverkomelijke hindernis – het werk der verzoening en verlossing van Christus – te ontdoen door list en camouflage. Daardoor bereidt hij zich voor op het tijdstip van zijn eigen “vleeswording”, de openbaring van zijn eigen “Christus”, die evenals Judas, één van de twaalven, een duivel zal zijn. Joh. 6 : 70
Met andere woorden: de komende antichrist zal de vleesgeworden Satan zijn, in een menselijk lichaam! Hij zal straks verschijnen onder de naam van Christus, nadat hij nu al bijna 2000 jaren lang zijn komst heeft voorbereid door de harten en zinnen van de mensen te verblinden door de verderfelijke leringen van valse profeten 2 Thess. 2 : 4. Hij zal, om zijn camouflage te completeren, zelfs grote leugenwonderen doen, en “de gehele wereld zal zich verwonderen”. Ja, het gehele christendom, de gehele godsdienstige wereld, zal worden tot het “Babylon, de grote hoer” Op. 17,18.
Zonder enige twijfel is de 20ste-eeuwse theologie hard bezig, om alles wat zich christelijk en religieus noemt in de armen van de antichrist en zijn “antikerk” te voeren. Want alle waarheden Gods, alle werken Gods, “ja zelfs de Zoon Gods worden op bedrieglijke wijze nagemaakt! De Heilige Schrift heeft deze grote afval in onze tijden voorspeld; deze duivelse rebellie tegen het geloof, dat éénmaal de heiligen is overgeleverd Hand. 20 : 29, 30; 1 Tim. 4 : 1, 2; 2 Tim. 4 : 2, 3.
5. DE WONDEREN
De Bijbelse wonderen bestaan niet meer voor een rationalist; maar hij schaamt zich er in elk geval niet voor, om voor zijn inzichten openlijk en eerlijk uit te komen. Hij aanvaardt noch de Godsgerichten over Farao, noch de uittocht uit Egypte onder bescherming van het bloed van het geslachte paaslam. Bij de doortocht door de Rode Zee en later door de Jordaan werden de wateren niet door een wonder Gods gescheiden, zodat de kinderen Israëls hun tocht droogvoets konden voortzetten. Elia is niet werkelijk naar de hemel opgevaren, zoals de Bijbel dat leert; het ijzer heeft niet op het water gedreven, enz., enz.
Omdat het menselijk verstand deze wonderen niet kan verklaren, wijst de rationalist ze zonder meer af. Hij aanvaardt alleen wat in overeenstemming is met de menselijke rede. Aan dit beginsel vasthouden, verwerpt hij vanzelfsprekend ook alle wonderen van Christus in het Nieuwe Testament, zoals de vermenigvuldiging der broden, de wonderbare visvangst, de Goddelijke genezingen, de bevrijding van Satanische bezetenheid, de drie opwekkingen van doden, enz., enz., en tenslotte ook Zijn eigen lichamelijke opstanding.
Overeenkomstig zijn rationalistische theorieën loochent en ontkent hij alles, wat in strijd is met de wetenschap. Maar wij weten tenminste wat wij aan hem hebben; hij komt eerlijk voor zijn standpunt uit en draait er niet om heen door met misleidende woorden te schermen.
Maar hoe ontstellend groot is het aantal predikanten en theologen, die zonder blikken of blozen verklaren in de woorden van de Bijbel te geloven, maar ze tegelijkertijd zo verklaren en uitleggen, dat van al het bovennatuurlijke niets meer overblijft?!
Zij ontkennen het rechtstreekse, bovennatuurlijke en almachtige ingrijpen van God. Met schoonklinkende woorden camoufleren zij hun werkelijke gedachten en misleiden zij hun toehoorders, zodat zij verblind worden en..
“…vervoerd door de filosofie en de ijdele verleiding der mensen” Kol. 2: 8
Dit gebrek aan duidelijkheid en klaarheid in woorden van de hedendaagse theologie en van vele predikanten is één van de droevigste en gevaarlijkste feiten van onze tijd.
De grote daden Gods van het boek Exodus, de bovennatuurlijke plagen, enz. worden beschouwd als “poëtische literatuur”, “een interessante traditie”, “een mythe”, “een zinvol volksverhaal”. Het manna is niets anders dan “de vrucht van een woestijngewas”. ” “Door een storm werden de wateren van de Jordaan uiteengedreven” ” “Door sterke geluidstrillingen zijn de muren van Jericho gevallen” ” En zo zouden we kunnen voortgaan!
Jona? Natuurlijk gelooft men in hem, maar dan in de betekenis van “een schone en zinvolle gelijkenis”. Op deze wijze loochent men bedektelijk een geschiedkundig feit, waarop de Here Jezus Christus de werkelijkheid van Zijn lichamelijke opstanding gebaseerd heeft. Hoe kan de mens, die de wonderen Gods verwerpt, de machtige daden Gods in zijn eigen leven en werken ervaren?
6. DE BIJBEL – ZIJN WOORDELIJKE EN GODDELIJKE INSPIRATIE EN ZIJN ONFEILBAAR GEZAG
Het is best mogelijk, dat men de Goddelijke leringen betreffende de Persoon en het werk van Christus aanvaardt, terwijl men in betrekking tot de gehele Bijbel toch niet op de rotsbodem staat. Laten wij toch vooral niet denken, dat men het ene zonder het andere kan hebben, dat is ten enenmale uitgesloten! Het vleesgeworden Woord en het geschreven Woord zijn een Goddelijk en een ondeelbaar geheel. Een verkeerde opvatting van de Bijbel kan niet anders dan een vals licht over de Persoon van Christus werpen.
Menige predikant beweert vandaag te geloven in de inspiratie van de Bijbel. Dat klinkt erg geruststellend voor de goedgelovige christen, die niet in de strijd staat ” de goede strijd des geloofs! ” en die de geraffineerde spitsvondigheden van de theologische terminologie niet kent. Om ons te overtuigen, dat wij niet met camouflage te doen hebben, is het noodzakelijk om een dergelijke uitspraak door deze vraag op zijn waarde te toetsen: Op welke wijze gelooft u in de inspiratie van de Bijbel? Laten wij toch vooral bedenken, dat het geloof in de inspiratie van de Schrift een vrucht is van gezond menselijk denken. Maar in de gecamoufleerde betekenis van het woord is de inspiratie, naar de hedendaagse theologische opvattingen, slechts een gedeeltelijke, die een menigte van valse leringen, fabelen en tegenspraken in zich verbergt.
De verhalen van de schepping, de zondeval, de zondvloed, enz. zijn natuurlijk slechts “mythen”, oude overleveringen”, waarvan wij de oorsprong kunnen vinden in Babylon. De geschiedenis van Jona is een allegorie. Een groot deel van de “Pentateuch” is niet geschreven door Mozes, en nog veel minder door God. En toch zeggen dezelfde theologen, die deze lasterlijke opvattingen zijn toegedaan, dat zij geloven in de inspiratie van de Bijbel. Daardoor camoufleren zij hun werkelijke zienswijze en maken zij hun dwaalleringen voor het oog van vele argeloze mensen onzichtbaar en onherkenbaar.
Het geloof in de inspiratie van de Bijbel betekent voor mensen, die “Nederlands” en niet “theologisch” spreken: geloven, dat de gehele Bijbel het Woord van God is; dat de ganse Heilige Schrift uitsluitend een openbaring van God is; een voortschrijdende openbaring, door God ingegeven, van de eerste tot de laatste bladzijde. Hier hebben we opnieuw het bewijs, dat men hetzelfde woord kan gebruiken, maar er iets heel anders mee kan bedoelen. Achter een “rechtzinnige” uitdrukking kan zich de meest “vrijzinnige” opvatting verbergen.
En zo worden twijfel en leugen gezaaid in de harten van niets”vermoedende, trouwe kerkgangers. Hoe dringend nodig is het, om “de geesten te beproeven, ofzij uit God zijn” 1 Joh. 4 : 1. Men moet alles, wat van de kansels gehoord wordt, zorgvuldig toetsen aan het Woord van God en daarbij steeds bedenken, dat Satan zich heel gemakkelijk in een “engel des lichts” kan veranderen.
“In de Bijbel kunnen wij al de woorden van God vinden, die wij nodig hebben”, zo luidt de uitspraak van een theoloog. Hoe bedrieglijk zijn deze woorden voor een naïeve luisteraar; want zij betekenen niets anders, dan dat de Bijbel wel het Woord van God bevat, maar niet het Woord van God is. En de theologen matigen zich daarbij het recht aan, om voor ons uit te zoeken, welk deel van de Bijbel het Woord van God is en welk deel het woord van mensen is. Zij zullen beslissen, wat “wij nodig hebben” en wat wij niet nodig hebben. “Blinden zijn zij, die blinden leiden. Indien een blinde een blinde leidt, zullen zij beiden in een kuil vallen” Matth. 15 : 14.
Dit is de geest van de “nieuwe theologie” en van zeer veel predikers. Deze geest is de wegbereider van de antichrist, van wie geschreven staat:
“Die zich tegenstelt en verheft boven al wat God genaamd of als God geëerd wordt, alzo dat hij in de tempel Gods als een God zal zitten, zichzelf vertonende, dat hij God is” 2 Thess. 2 : 4
Geen woord en geen geschrift kunnen de ernst van de werkelijke toestand der kerken, wat hun theologische en geestelijke richting betreft, te scherp belichten. Hoeveel welmenende kerkgangers worden vergiftigd door de verderfelijke leringen van hun voorgangers, in wie zij al hun vertrouwen gesteld hebben, maar die in wezen niets anders zijn dan verkapte valse profeten, “wolven in schaapsklederen”. Maar al te vaak is de kerk aan een geestelijkheid overgeleverd, die alleen datgene in de Bijbel laat staan, wat zij kunnen rijmen met de hooggeroemde “resultaten van het vrije onderzoek van de moderne wetenschap”. Daardoor plaatsen zij hun eigen gezag boven het gezag van het Woord van God; en dat is precies de tactiek van de antichrist.
“Geliefden, gelooft niet een iegelijke geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn,” want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld” 1 Joh. 4 :1
“Ziet toe, dat u niemand verleide, want velen zullen komen in Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus,” en zij zullen velen verleiden” Matth. 24 : 5
Dus wanneer u bepaalde, theologen met vertrouwd “klinkende woorden hun bewondering en eerbied voor de Bijbel hoort uit” spreken, wees dan voorzichtig, want het is helaas niet uitgesloten, dat u toch met een gecamoufleerde leugen te doen hebt!
Absolute en onvoorwaardelijke onderwerping aan het Goddelijk gezag van de Bijbel, dat is de juiste houding, die elke ware christen zal aannemen.
Voor hem is de gehele Schrift het Woord en de openbaring van God. Juist de moeilijke en onbegrijpelijke gedeelten maken duidelijk, hoe beperkt de menselijke wijsheid is. Zij openbaren ons de ondoorgrondelijke en onvergelijkbare Wijsheid Gods. De Bijbel is het Boek van onze Goddelijke Zaligmaker, van de apostelen, van de eerste christenen, van de martelaren en van alle grote Godsmannen, die het christendom in de loop der eeuwen heeft voortgebracht. Evenals het “vleesgeworden Woord”, onze Here Jezus Christus, is ook het “geschreven Woord”, de Bijbel, een direct en een onbegrijpelijk wonder van God,..
“de hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan” Luk. 21 : 33
“Gods Woord houdt stand in eeuwigheid, en zal geen duimbreed wijken”, zo hebben de hervormers van ouds gezongen. Het Woord van God heeft in het verleden het rijk der duisternis op zijn grondvesten doen beven. En het Woord van God heeft vandaag nog precies dezelfde kracht. De roem van de theologen, die de Bijbel bekritiseren, zal vergaan als een bloem des velds! Maar het Woord van God, onze oude Bijbel, zal in eeuwigheid blijven bestaan. Tegenover dat eeuwige Woord past ons slechts een houding van geloof, gehoorzaamheid en aanbidding.
ONZE GROTE VERANTWOORDELIJKHEID
“En dit zeg ik temeer, dewijl wij de gelegenheid des tijds weten, dat het de ure is, dat wij nu uit de slaap ontwaken” Rom. 13 :11a
De buitengewone tijden, waarin wij leven, plaatsen ons voor een grote verantwoordelijkheid. Onmiskenbaar zijn “de laatste tijden” over ons gekomen; tijden, die de Schrift tevoren heeft aangekondigd. De Kandelaar zal zeer spoedig in Europa en in alle “christelijke” landen der wereld, worden weggenomen, om plaats te maken voor de antikerk, beheerst door degene, die zich voordoet als een “engel des lichts”. Zich verschuilend achter de geweldige omwentelingen op politiek, wetenschappelijk en sociaal gebied, die zich in deze eeuw voltrekken, bereidt Satan de “grote afval” voor in de kerken, de kapellen, de leerstoelen, de faculteiten en de daarmee samenhangende werken der christenheid. De dingen zijn niet meer zo, zoals zij altijd waren; de tijden zijn werkelijk “nieuw” geworden; maar “nieuw” in een tragische betekenis – “de einden der eeuwen zijn op ons gekomen ” 1 Kor. 10 : 11. Wij hebben geen behoefte aan een vernieuwde, aangepaste theologie, maar terugkeer tot hetgeen “wat van den beginne was”, tot het onfeilbare Woord van God, tot het “ouderwetse” evangelie.
Wij hebben met onze God te doen, die “de tijden en stonden verandert” Dan. 2 : 21. Nieuwe tijden eisen een nieuwe positiebepaling. Een grote scheiding is bezig zich te voltrekken; de liefde van velen zal verkoelen; de grote massa zal van het geloof afvallen. Een geweldige schare verlaat, evenals Demas, de rotsbodem en het getuigenis van de Bijbel, omdat zij “deze wereld” lief gekregen heeft. Onze houding in de laatste tijd moet zijn: voor of tegen! Aan welke zijde staat u? Niemand kan twee heren dienen! De kleinste zwakheid, de geringste toegefelijkheid, en de onschuldigste samenwerking met degenen, die aan het werk van de afval medewerken, betekent verraad aan de Meester en verbinding met de geest van de antichrist.
“Laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats. Zijn smaadheid dragende” Hebr. 13 : 13
Wij moeten God meer liefhebben dan alles en allen; met een liefde, die offeren kan, die tot scheiding, tot vereenzaming, tot smaadheid en daarom tot heerlijkheid leidt!
Alleen op deze wijze kunnen wij met zegen aan de redding van verloren zielen werken, die nog ontvankelijk zijn voor God en Zijn liefde, geopenbaard aan het kruis van Golgotha. Het is ons voorrecht, om zielen voor Christus te mogen winnen. Maar om de zonde te kunnen bestrijden, moeten wij haar in ons eigen leven oordelen. Om mensen van de dwaalleer te bevrijden is waarheid in eigen hart noodzakelijk! Om “Babylon” duidelijk te kunnen onderscheiden, moet men van haar uitgegaan zijn Op. 17 : 3. Om God te dienen, moet men het zo doen, zoals Hij verlangt!
Wij zouden alle ware gelovigen, en vooral alle predikers, die zich verre houden van de hier genoemde lasteringen en ketterijen, willen opwekken, om opnieuw hun positie tegenover God te onderzoeken en zich bewust te worden van hun grote verantwoordelijkheid tegenover de gemeente en de wereld.
De tijden hebben zich veranderd; het laatste uur is ingegaan; de Here is nabij, maar alleen voor hen, die Hem verwachten Heb. 9 : 28 en overwonnen hebben, gelijk Hij overwonnen heeft Op. 3 : 21. De antichrist en de antikerk staan aan de vooravond van hun openbaring. Onze Goddelijke Meester heeft gezegd: “Waar Ik ben, aldaar zal ook Mijn dienaar zijn”. Hij is niet daar, waar men Zijn Woord kritiseert, waar men Zijn Naam verloochent (ook al gebeurt dat op gecamoufleerde wijze!), waar men Zijn Heilige Geest bedroeft. Waar dat geschiedt, staat Hij voor de deur. Hij wandelt niet meer in het midden van de gemeente te Laodicea Op. 3 : 20 ; zij heeft Hem buiten de deur gezet, heeft Hem verraden, en dat met een kus!
“Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt en opdat gij van haar plagen niet ontvangt” Op. 18 : 4
De Here Jezus zeide:
“Wacht u voor de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven” Matth. 7 : 15
De apostel Petrus, sprekend over de sporters die in de laatste dagen zullen komen, zeide:
“Gij dan, geliefden, zulks tevoren wetende, wacht u, dat gij niet door de verleiding der gruwelijke mensen mede afgerukt wordt, en uitvalt van uw vastigheid” 2 Petr. 3 : 17
Paulus: de dienstknecht van Jezus Christus, schreef aan Timotheus:
“Want er zal een tijd komen, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelf leraars opgaderen naar hun eigen begeerlijkheden; en zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen” 2 Tim. 4 : 3
Aan de gemeente te Rome schreef hij:
“En ik bid u, broeders, neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernis aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt; en wijkt af van dezelfve. Want dezulken dienen onze Here Jezus Christus niet, maar hun buik; en verleiden door schoonspreken en prijzen de harten der mensen” Rom. 16, 17, 18
Johannes, de geliefde, die zijn evangelie schreef:
“opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zoon Gods” Joh. 20 : 3
en schreef in zijn tweede brief:
“Indien iemand tot ulieden komt, en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis, en zegt tot hem niel: Zijt gegroet” 2 Joh. 10
Judas schreef:
“Want er zijn sommige mensen ingeslopen, die eertijds tot ditzelfde oordeel tevoren opgeschreven zijn; goddelozen, die de genade onzes Gods veranderen in ontuchtigheid, en de enige Heerser, God, en onze Here Jezus Christus verloochenen”. Hij zei, dat ze zijn “wilde baren der zee, hun eigen schande opschuimende; dwalende sterren, den welken de donkerheid der duisternis in der eeuwigheid bewaard wordt” Jud. 13
Duizenden jonge, theologische studenten volgen argeloos de colleges van deze “valse profeten in schaapsklederen”, die van binnen “grijpende wolven” zijn. Geïmponeerd door de hoogdravende theologische terminologie, de overvloed van encyclopedische kennis én de vrome taal van valse leraars, worden duizenden van hen, zonder dat zij er erg in hebben, zelf in schaapsklederen getooid, en straks op de kansel losgelaten als “blinde leidslieden der blinden” Matth. 15 : 14. Wat een vreselijke tragedie! Het nieuwe modernisme is even vals als het oude. Het is in wezen hetzelfde, hoewel gehuld in een nieuw, vroom kleed en daarom duizendmaal gevaarlijker!
- “Wij wenden ons tot al Gods kinderen, tot welke kerk of gemeenschap zij ook mogen behoren; tot allen, die onze Here liefhebben en in de eeuwige waarheden van Gods Woord geloven, om geen halfslachtige houding aan te nemen, maar openlijk kleur te bekennen! Onttrek u niet aan het geweldige voorrecht, deze onbesnedene, deze moderne Goliath te bestrijden. Weest niet bang voor de consequenties.”
Wij moeten handelen, wij moeten tegenover de geest van de antichrist stelling nemen, en tegenover zijn dwaalleringen en geraffineerde camouflage”methoden. Wij moeten de wolf ontmaskeren en aan de kaak stellen, door hem van zijn camouflerende schaapsklederen te beroven. Waar zijn de 7000, die hun knie voor de moderne Baäl niet gebogen hebben? De tijd gaat voorbij, de eeuwigheid nadert. Zij zijn er wel, maar waar zijn zij? Dat zij toch gehoorzaam mochten worden aan Gods bevel:
“Gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Here, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen” 2 Kor. 6 :17
Elk compromis is misleidend en uit den boze. Het gaat om de eer en de heerlijkheid van onze Here Jezus Christus! Spoedig zal de roep weerklinken:
“Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt” Op. 18 : 4
“Zie, Ik kom haastelijk: houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme” Op. 3 : 11
“Zijt getrouw tot de dood, en Ik zal u geven de kroon des levens” Op. 2 : 10
Door Jacob Klein Haneveld
https://www.bijbelspanorama.nl/ https://www.bijbelstudie.nl/