Méér dan eeuwig leven is de gelovige beloofd. Hij mag ook delen in de erfenis van Christus. Dat gebeurt bij de aanstelling tot zonen, waarin het Hoofd van de Gemeente is voorgegaan. Terwijl eeuwig behoud door genade onvoorwaardelijk is en afhankelijk van geloof alleen, zal het erven gerelateerd zijn aan het praktische leven van de gelovige tijdens diens wandel op aarde. In die zin kan hij zijn (grote) “zaligheid” “bewerken”. Niet door werken van de wet, maar door zijn Heer te dienen met de in genade verkregen vrijheid. De zoonstelling na de opname heeft niet alleen betrekking op de Gemeente als geheel, maar – afhankelijk van diens “goede werken” der genade – ook op de individuele gelovige. In welke mate hij loon, in de vorm van erfdeel, ontvangt, wordt bepaald door de mate waarin hij nu tot priesterlijke dienst onder de Hogepriester bereid is, dan wel een vleselijke levensweg kiest.
“Gij zijt verzegeld met de Heilige Geest der belofte, Die onderpand is van onze erfenis.”
Bijbelstudie lezing Ab Klein Haneveld – mp3 audio
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/