Bepalend voor de bediening van Paulus was dat hij afstand nam van het Judaïsme, zijn voormalige Joodse religie, hoewel hij een Griekse culturele achtergrond had en Romeins staatsburger was. Hoewel hooggeleerd naar zowel Griekse als Joodse begrippen, constateerde hij onwetend (geestelijk blind) te zijn geweest, totdat Christus Zelf hem inwijdde in de gemeentelijke waarheid onder het Nieuwe Verbond. Veel daarvan is overigens onder het Oude Verbond al geprofeteerd, blijkt uit Paulus’ brieven, die vooral handelen over de periode tussen de eerste en tweede komst van de Heer. Zijn oorspronkelijke naam Saulus (vragend) deelde hij met de eerste koning van Israël (Saul), een type van de eisende wet. Weliswaar was Saulus van zijn geboorte af apart gezet voor de dienst aan God, wat hem kennelijk tot diepgaande studie van de Schriften bracht, maar hij kreeg het benodigde licht daarop pas nadat hij Christus had leren kennen. Toen moest hij als het ware zijn theologische huiswerk overdoen. Zo werd Paulus een metafoor van de Gemeente, die nu verantwoordelijk is voor de prediking van het Evangelie, zoals oorspronkelijk Israël. Een Evangelie dat niet Joods is.
“Ik acht alle dingen schade te zijn om de uitnemendheid der kennis van Christus.”
Bijbelstudie lezing Ab Klein Haneveld – mp3 audio
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/