Wat opbouw van de Gemeente wordt genoemd, neigt in de praktijk soms juist naar afbraak. Christus beloofde Zélf Zijn Kerk te bouwen, de vergadering van door de Koning geroe-penen, c.q. ecclesia. Over die universele christelijke Kerk spreekt de in veel kerken wekelijks voorgelezen geloofsbe-lijdenis. Het laat onverlet dat er, zoals ook de Bijbel laat zien, lokale gemeenten bestaan. Maar die zijn iets anders dan de wirwar van allerlei – het doorgaans met elkaar oneens zijnde – denominaties, organisaties en genootschappen onder eigen namen. Van de éne door Christus Zélf gebouwde Gemeente is Hij zowel de eerste als de laatste (top) steen. Zij wordt in de Bijbel ook Zijn lichaam genoemd. De gelovigen zijn daar de leden van. Of – om in bouwkundig jargon te spreken – de ‘levende stenen’. Als de Heer terugkeert naar de aarde, om daar Zijn heerschappij te vestigen, zal Hij die Gemeente bij Zich hebben. Binnen de Gemeente functioneren diverse ambten, zoals die van herders, leraars en evangelisten. Het op democratische wijze kiezen van die oudsten, staat nogal haaks op aanstelling door de Heilige Geest.
“Op deze Petra zal ik mijn gemeente bouwen.”
Bijbelstudie lezing Ab Klein Haneveld – mp3 audio
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/