De mens moge dan een hoge dunk hebben over zijn verstandelijke vermogens, de Bijbel zegt, dat die niet toereikend zijn om de onkenbare God te kennen. Daarom spreekt die over een onverstandig en duister hart en verstand (Rom.1:21, Ef.4:18). En uit het hart (verstand) komen voort valse woorden(Jes.59:13), boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen, (Mat.15:19) kwade gedachten, overspelen, hoererijen, doodslagen (Mark.7:21). Maar geen kennis van God! Niet voor niets herinnert Paulus (Rom.11:33-36) ons aan de woorden waarmee de Heer ons oproept naar Hem te luisteren, omdat Zijn gedachten, wegen en oordelen hoger zijn dan de onze (Jes.55:3-9). De (macht der) duisternis (Kol.1:13) wordt echter tenietgedaan waar het licht (ver)schijnt. En al wat openbaar maakt is licht (Ef.5:13). Kortom: God kan slechts worden gekend waar Hij Zich openbaart: In de schepping en haar geschiedenis (Rom.1:20), maar primair in de Schrift, het eeuwig blijvende Woord van God (1Pet.1:25). Wat een tragiek in het leven van velen, die weliswaar zochten naar God, maar naar Zijn Woord niet wilden horen en godloochenaars werden. Niet voor niets zegt Hij: Die op het woord verstandelijk let, zal het goede vinden; en die op den Heere vertrouwt, is welgelukzalig (Spr.16:20). Vervolgens: God heeft ons het verstand gegeven, dat wij de Waarachtige kennen (1Joh.5:20).
Zwart-wit? Inderdaad, als duisternis en licht!
“In het Woord was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen.”
Bijbelstudie lezing Ab Klein Haneveld – mp3 audio
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/