Leven is activiteit, beweging, drukte, rumoer, lawaai. Leven wordt geassocieerd met werken: Men werkt om te leven en men leeft om te werken. Drukte, werkdruk, alom. Toch spreekt de Bijbel over leven en rust. Over een levende God die rust. Gen.2:2, 3 En over een levende Christus, Die rust beloofde te geven aan een ieder die tot Hem komt. Mat.11:28 Maar worden gelovigen dan niet geacht te strijden als krijgsknechten van Jezus Christus? 2Tim.2:3 En zouden zij dan niet goede werken voortbrengen der bekering waardig? o.a. Hand.26:20 Zij worden toch tot alle goed werk volmaakt toegerust? 2Tim.3:17
Hebben dan niet alle woorden en leringen tot doel de mens, de gelovige, te motiveren en te activeren in “het werk des Heeren”? Toch, bij alles wat dan wellicht van ons verwacht wordt, is ingaan in de rust het speciale thema van het derde en vierde hoofdstuk van de brief aan de Hebreeën. Want vóórdat onze levens gebruikt kunnen worden door de Heer, moeten wij leren, dat alle menselijk streven, alle min of meer natuurlijke maar ook religieuze drukte, voor God geen waarde heeft. Integendeel. Eérst zouden wij leren de door God gegeven rust en vrijheid in te gaan, om vanuit díe positie Hem te dienen.
Bijbelstudie lezing Ab Klein Haneveld – mp3 audio
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/