De taak die Israël verzaakte, verkondiging van de ‘deugden Gods’, kwam bij de Gemeente van Christus terecht. Dat impliceert vervanging: Israël – in het bijzonder het Joodse volk der twee stammen – werd ontslagen, omdat het Gods woorden had verworpen. Een ander volk werd aangesteld in de vacante positie. Maar die positie komt op aarde weer vrij als de Gemeente, het ‘Israël Gods’, naar een hogere positie promoveert. In overeenstemming met haar hemelse positie gebeurt dat bij haar opname. Daarna zullen de twaalf stammen, althans een gelovig overblijfsel ervan, alsnog hun oorspronkelijke taak vervullen. Als een koninklijk en priesterlijk volk, opdat andere volken tot bekering komen. De taak van de Gemeente is nu in zekere zin beperkter. Zij nodigt de individuele mens uit tot geloof in Christus te komen. Iedere gelovige is daarin haar vertegenwoordiger en draagt als zodanig verantwoordelijkheid. De nogal extreme kerkelijke vervangingstheologie laat eschatologisch geen ruimte voor herstel van Israël, omdat zij alle Schriftgedeelten daarover op de Kerk betrekt.
“Het Koninkrijk Gods zal van u worden weggenomen en aan een ander volk gegeven.”
Bijbelstudie lezing Ab Klein Haneveld – mp3 audio
https://www.bijbelspanorama.nl/audio/ https://www.bijbelstudie.nl/