DEEL 1: KENT U DE HERE JEZUS CHRISTUS?

Misschien heeft iemand u wel eens gevraagd: Kent u de Heere Jezus Christus? Meestal bedoelt men hiermee of u Hem heeft aangenomen als Verlosser en Zaligmaker. En of u daardoor ook een kind van God bent geworden. Maar wanneer iemand tot geloof komt, en kiest voor de Heere Jezus Christus, kent hij Hem dan? Nee, wanneer iemand de Heer heeft aanvaard, dan moet hij Hem nog leren kennen.

De grote vraag is dan ook: Hoe kan men de Heere Jezus Christus leren kennen? Als je om je heen kijkt en al die christelijke kerken en groeperingen bezig ziet, dan is het toch een vreemde en bovenal trieste zaak dat zo vele gelovigen blijkbaar allemaal een andere Heere Jezus Christus voor ogen hebben. Dit mogen dan wedergeboren gelovigen zijn, maar men is blijkbaar het spoor bijster wat betreft de ware aard en de bedoelingen van de Heere Jezus Christus.

De enige manier om Hem te leren kennen is door de Schriften te bestuderen, zoals de Heer zelf zei in het Johannes-evangelie:

“Onderzoek de Schriften; want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben, en die zijn het, die van Mij getuigen.” Joh. 5:39

Maar aangezien de bestudering van de Schrift volgens vele christenen “veel te moeilijk is” en “veel te veel verdeeldheid met zich meebrengt”, blijft de Bijbel ‘dicht’ en filosofeert men zich een eigen ‘heer’, die voldoet aan hun eigen beeld en verwachtingspatroon. Men geeft God hierbij niet de ruimte om Zichzelf te openbaren vanuit de Schrift.


Aan u de vraag: Kent u de Heere Jezus Christus ‘naar de Schriften’?

Toets uw kennis over Hem door bestudering van diverse Bijbelstukken die over Hem spreken, en onderzoek of de Heer die u kent en ‘beleeft’ of ‘ervaart’ ook de Heere Jezus Christus is van Wie de Bijbel getuigt. Om te kunnen begrijpen wie Hij is moeten we eerst Zijn Naam eens bekijken. U zult zich misschien al hebben afgevraagd waarom de titel ‘Heere Jezus Christus’ wordt gebruikt. Want voor de een is het Christus, de ander noemt hem Heere, of gewoon Jezus. De reden hiervan is dat deze Naam ‘Heere Jezus Christus’ Zijn drie belangrijke posities of functies weergeeft, en hier zelfs in historische volgorde.

Om u een idee te geven van dit historische verloop, geven wij  hieronder een overzicht van Zijn positie. Hierin worden de gebeurtenissen zoals Zijn geboorte als mens, Zijn aardse rondwandeling, Zijn lijden en sterven en Zijn opstanding uit de dood, schematisch weergegeven.

Wie is de Heere Jezus Christus?

De Naam ‘Heere Jezus Christus’ bestaat dus uit drie belangrijke posities of functies. Deze drie worden van elkaar onderscheiden door Zijn geboorte (menswording) en Zijn dood & opstanding (wedergeboorte). In het onderstaande schema kunt u de korte samenvatting lezen van deze drie posities, die wij verder in dit stuk zullen bespreken.

Omdat de Heere Jezus door Zijn geloof de weg ging van lijden en sterven om daarmee de wereld met God te verzoenen, werd Hij door God opgewekt uit de dood en aangesteld als de “Zoon van God”. In deze verheerlijkte en eeuwige positie ontving Hij ook de definitieve erfenissen van Adam, Abraham en David. Dus in Zijn opstanding is Hij geworden :

  • “Zoon van God”
  • “Zoon des Mensen”
  • “Zoon van Abraham”
  • “Zoon van David”

Al deze titels smelten samen in één persoon namelijk de Christus of volgens de Hebreeuwse term de Messias.

Zijn volledige Naam die Hij dus draagt sinds Zijn opstanding is dus : Heere Jezus Christus.

Heere

  • De Heere = Jehova van het Oude Testament (O.T.) Die heeft gesproken tot de vele gelovigen in het O.T. en die Zijn Woord via de vele profeten aan de mensen gegeven heeft.
De geboorte van de Heere Jezus.
  • Deze Heere heeft Zijn Heerlijkheid afgelegd en heeft de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen, namelijk: is de mensen gelijk geworden. En werd als mens geboren uit de maagd Maria.

JEZUS

  • De Mens Jezus was de Zoon des Mensen die in de wereld kwam om te lijden en te sterven voor de zonden der wereld. In deze positie, als mens zoals u en ik, was Hij de Dienstknecht van God.
    DOOD EN OPSTANDING VAN DE HEERE JEZUS
    • Door Zijn geloof liep Hij de loopbaan die Hem voorgesteld was in de Schriften van het Oude Testament. Door de weg van dood en opstanding ontving Hij de Naam boven alle naam namelijk:

CHRISTUS

  • Omdat de Heere Jezus door Zijn geloof de weg ging van lijden en sterven, om daarmee de wereld met God te verzoenen, werd Hij door God opgewekt uit de dood en aangesteld tot de ‘Zoon van God’. In deze verheerlijkte en eeuwige positie ontving Hij ook de definitieve erfenissen van Adam, Abraham en David.
    Dus in Zijn opstanding is Hij geworden:
    • Zoon van God”
    • “Zoon des mensen”
    • “Zoon van Abraham”
    • “Zoon van David”.

Al deze titels smelten samen in één persoon, namelijk de Christus of volgens de Hebreeuwse term de Messias.Zijn volledige Naam, die Hij dus draagt sinds Zijn opstanding, is dus: Heere Jezus Christus.

HET GEBRUIK VAN ZIJN NAAM IN HET NIEUWE TESTAMENT.

Om een duidelijk beeld te krijgen van deze Naam ‘Heere Jezus Christus’ en Zijn bijbehorende titels, moeten we er rekening mee houden dat, wanneer er in het Nieuwe Testament over de Heere Jezus wordt gesproken, het kan voorkomen dat hier de titels ‘Jezus Christus’, ‘Christus’ of ‘Zoon van God’, ‘Zone Davids’, etc. al worden gebruikt, ondanks dat Hij nog niet was gestorven en opgestaan, ten tijde van de beschreven gebeurtenis.

We moeten begrijpen dat de vier evangeliën en al de brieven zijn geschreven na de opstanding van de Heere Jezus Christus. De apostelen beschreven dus de omstandigheden en noemden hierbij de Heer bij Zijn hoogste Naam. Ook de titel ‘Christus Jezus’ wordt soms gebruikt. Hierbij geeft de volgorde van de Naam al aan welke positie de belangrijkste is.

Ook de gebeurtenis op de berg uit o.a. Lukas 9:28-36 waar de stem uit de wolk zegt: “Deze is Mijn geliefde Zoon, hoort Hem” grijpt vooruit op de positie die de Heere Jezus zou ontvangen, na Zijn weg van dood en opstanding, die God Hem had voorgesteld. Om de vele Schriftplaatsen over de Heere Jezus Christus te kunnen begrijpen, is het dus belangrijk om te weten wat Zijn positie in de heilsgeschiedenis is en was.

De geboorte van de Heere Jezus.

Om een beeld te krijgen wie Hij in Zijn ‘dagen des vleses’ was en wat de Bijbel over Hem zegt, kunnen we het beste beginnen bij het gedeelte dat iedereen wel kent, namelijk: De geboorte van het Kindje Jezus. Zo rond Kerst weten we het wel weer: het Kind in de kribbe, geboren uit de maagd Maria. De engel Gabriël sprak tot Maria: info

‘En de engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden. En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten Jezus. Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven. En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijn Koninkrijks zal geen einde zijn.’ Lukas 1:30-33

De engel profeteerde over dit Kind al, toen het nog moest worden geboren, dat Hij de Zoon des Allerhoogsten zou worden genoemd en dat Hij eeuwig Koning over het huis van Jakob zou zijn. Naast deze twee titels, die in deze verzen van toepassing worden gebracht op de Zoon, worden ook de volgende titels genoemd in de evangeliën:

“Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS den Zoon van David, den Zoon van Abraham’ Math. 1:1 

“Want de Zoon des mensen is gekomen , om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was” Lukas 19:10

Uit deze verzen komen de volgende titels naar voren:

  • Zoon van God
  • Zoon van David
  • Zoon van Abraham
  • Zoon des mensen

Van dit Kind in de kribbe werd dus nogal wat verwacht: Hij zou deze titels dragen. Maar hoe? En op welke wijze? Waren deze titels – die te maken hebben met erfrecht – wel direct te leggen op de Mens ……. Jezus van Nazareth?

Het begrip “zoon”

Om te begrijpen wat deze titels inhouden, moeten we eerst de betekenis is van het begrip ‘zoon’ kennen. Als we in het Oude Testament het woord ‘zoon’ tegenkomen, is dit meestal de vertaling van het Hebreeuwse begrip ‘ben’. Echter, dit Hebreeuwse begrip ‘ben’ wordt ook in sommige situaties vertaald met ‘bouwer’. Je zou kunnen concluderen dat dit begrip ‘ben’ twee betekenissen heeft, maar: Waarom is het in het Hebreeuws dan maar één woord? Het antwoord is niet zo moeilijk: Deze twee schijnbaar verschillende betekenissen liggen eigenlijk in elkaars verlengde. In het Hebreeuws is de bouwer de zoon, en andersom is de zoon ook de bouwer. Het gaat hier om het bouwen van het leven van de vader: de zoon bouwt dit leven verder. In principe spreekt dit begrip ‘ben’ dus over het erfrecht en kunnen we concluderen dat een ‘zoon’ een erfgenaam is. Bij dit Hebreeuwse principe van ‘vader’ en ‘zoon’ is het echter niet noodzakelijk dat de zoon door de vader is verwekt. En dat komt in de Bijbel nog al eens voor.

Het Hebreeuwse principe van vader en zoon

Dit principe van erfrecht kent echter een tussenstadium. Wanneer er een ‘zoon’ was verwekt en dit kind nog niet was volgroeid (volwassen), was dit kind nog niet in staat om de erfenis te ontvangen. Pas als de tijd daarvoor rijp was, werd het kind tot zoon gesteld.

‘Doch ik zeg, zo langen tijd als de erfgenaam een kind is, zo verschilt hij niets van een dienstknecht, hoewel hij een heer is van alles’ Gal 4:1

Hieruit kunnen we concluderen dat ‘zonen’ (= erfgenamen) niet worden geboren, maar aangesteld. Als we nu weer het gedeelte van Lukas 1 lezen waar wordt gezegd: ‘gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren’, dan kunnen we hieruit opmaken dat er direct een sprong wordt gemaakt naar de belangrijke positie die dit Kind als Zoon (erfgenaam) zou ontvangen. Indien we de functies van Vader en Zoon op de Heere Jezus Christus projecteren, krijgen we het volgende schema:

Het Hebreeuwse principe van Vader en Zoon

Wanneer we nu vanuit dit oogpunt de titels ‘Zoon des mensen’, ‘Zoon van Abraham’, ‘Zoon van David’ en ‘Zoon van God’ bekijken, blijkt dat het hier dus gaat om het erfrecht van deze posities. Aangezien het erfrecht aan de Zoon werd gegeven, zijn deze titels dus pas van toepassing op de – opgestane – Christus. De Heere Jezus was in Zijn dagen dus wel al voorbestemd om Erfgenaam te worden, maar Hij zou eerst moeten komen tot ‘volwassenheid’.

Vanuit dit standpunt gezien was de Heere Jezus dus nog niet de Zoon van God, maar had zich vernederd tot een Mens, een Dienstknecht die was gekomen om de wil van God te doen.

De weg van vernedering.

Voor vele mensen is het kerstfeest een van de hoogtepunten in het kerkelijk jaar. Maar eigenlijk is de geboorte van de Heere Jezus het tegenovergestelde: Feitelijk verloor God in eerste instantie al Heerlijkheid bij de herschepping van de verloren Schepping (in de dagen van Adam), en opnieuw bij de geboorte van de mens Jezus van Nazareth. Deze geboorte was weer een trede omlaag op de trap van vernedering.

Gelukkig had deze vernedering wel een doel, en hopelijk zal men in de dagen rondom kerstfeest dit doel niet uit het oog verliezen. Want als Hij niet als mens was geboren, had Hij ook niet kunnen sterven en had Hij op deze wijze de zonden der wereld niet kunnen dragen. De apostel Paulus omschrijft deze weg van vernedering duidelijk in zijn brief aan de Filippensen:

‘Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was; Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode even gelijk te zijn; Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden; En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises. Filippensen 2:5-8

Als we dit vers eens uitvoerig bekijken en elke stap ‘ontleden’, dan krijgen we het onderstaande model: ‘De weg van vernedering van God naar de mensen toe, ja zelfs nog verder, want Hij heeft zich vernederd tot de dood aan het kruis. Deze dood werd in de wet een vervloeking van Godswege genoemd (Deut. 21:23 / Gal. 3:13).

De weg van vernedering

Toen God zich in het Oude Testament openbaarde aan gelovigen zoals o.a. Adam, Abraham, Mozes, etc., werd Hij ‘Jehova’ (Heere) genoemd. Zodra Hij echter ‘vlees en bloed’ aannam, werd Hij aangeduid als ‘Jezus’. De ‘Heere Jezus’ was dus eigenlijk God zelf, maar dan ontdaan van al Zijn heerlijkheid en macht.

‘En buiten allen twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in den Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid ‘. 1 Tim. 3:16

‘Overmits dan de kinderen des vleses en bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden, opdat Hij door den dood te niet doen zou dengene, die het geweld des doods had, dat is, den duivel; En verlossen zou al degenen, die met vreze des doods, door al hun leven, der dienstbaarheid onderworpen waren’. Hebr. 2:14


Deze Bijbelse uiteenzetting over de Naam “Heere Jezus Christus” is uitgewerkt in vier delen. Om verder te lezen selecteert u deel 2 van dit onderwerp.

Wie was en is de Heere Jezus Christus?

https://www.bijbelspanorama.nl/  https://www.bijbelstudie.nl/